Glossaries
Term | Definition |
---|---|
fire | In general, the symbol of fire can be seen as a sign of transition, transformation, resurrection, or cleansing. The latter, for example, has a terrifying example in the burning of witches in the Middle Ages. In the oldest cultures fire was possibly seen as an incarnation of the sun, which is often still seen as a god. In Buddhism, a pillar of fire is a symbol of the Buddha and fire as enlightenment can be a metaphor for wisdom. In the Christian tradition, fire has a positive and negative charge. Positive because it symbolizes inspiration and the Holy Spirit, in the guise of flame tongues, poured out over the apostles at Pentecost. Negative because of the reference to the eternally burning hellfire. Fire can be found in various forms in the funerary symbolism. There is the dying torch, as a sign for the end of life, and also the burning oil lamp, as a symbol of the eternal light, referring to eternity and immortality. When smoke is visible near the lamp, it can be seen as an ascent symbol of a purified soul. Fire can also be found in grave symbolism with the bird phoenix that rises from its ashes. A rebirth. Nederlands:In het algemeen kan het symbool vuur gezien als een teken van overgang, transformatie, opstanding of reiniging. Dat laatste heeft bijvoorbeeld een afschrikwekkend voorbeeld in de verbranding van heksen in de Middeleeuwen. Mogelijk werd in de oudste culturen vuur gezien als een incarnatie van de zon, die dan vaak nog wordt gezien als een god. In het boeddhisme is een pilaar van vuur een symbool van de Boeddha en kan vuur als verlichting een metafoor zijn voor wijsheid. In de christelijke traditie heeft vuur een positieve- en negatieve lading. Positief omdat het bezieling symboliseert en de Heilige Geest, in de gedaante van vlammentongen bij het eerste Pinksterfeest over de apostelen uitgestort. "Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden vervuld van de heilige Geest" (Handelingen 2:3-4). Negatief door de verwijzing naar het eeuwig brandende hellevuur. Vuur is in verschillende vormen terug te vinden in de funeraire symboliek. Er is de uitdovende toorts, als teken voor het einde van het leven, en is er bijvoorbeeld ook de brandende olielamp, als symbool van het eeuwige licht, verwijzend naar de eeuwigheid en de onsterfelijkheid. Wanneer er rook te zien is bij de lamp, kan dat gezien worden als een opstijgingssymbool van een gezuiverde ziel. Vuur is ook terug te vinden in grafsymboliek bij de vogel feniks die uit zijn as herrijst. Een wedergeboorte. |