Fort Kochi - Daniel van der Sloot (1737-1807)
Daniel van der Sloot was de jongste van de tien kinderen van Abraham van der Sloot en Maria Weijns. Een precieze geboorte- of doopdatum is niet bekend, maar hij moet rond 1737 geboren zijn in Kochi en werd daar in juli 1807 begraven.
Abraham Abrahamszn van der Sloot was op 10 maart 1690 in Amsterdam gedoopt en kwam in 1711 als soldaat met de Wateringen naar Batavia (hedendaags Jakarta, Indonesië). Eenmaal aangekomen kon hij laten zien dat hij meer in zijn mars had. In 1716 kreeg hij een aanstelling als schoolmeester in Kochi en werd later ook aangesteld als koster.[i] Hij trouwde rond 1716 met Maria Weijns, die naar alle waarschijnlijkheid geboren was in Batavia. De zes zonen en vier dochters uit dit huwelijk kregen allemaal een goede opleiding en konden goed lezen, rekenen en schrijven. Ze bereikten
allen een volwassen leeftijd en de meesten van hen trouwden met partners die in vrijwel alle gevallen ook uit VOC-families stamden. Er ontstond zo een uitgebreid netwerk waar ze allemaal een aantal generaties van geprofiteerd zullen hebben.[ii]
Van geen van de tien kinderen is een geboortedatum bekend, maar Abraham moest als schoolhoofd jaarlijks in augustus bijhouden welke kinderen hij les gaf, wat hun leeftijd was en wie hun ouders waren. Ook de vorderingen van de kinderen werden vastgelegd. Zijn eigen kinderen komen ook op deze lijsten voor.[iii] Een groot gezin betekende ook relatief hoge kosten en Maria Weijns werkte mee als schaftvrouw in het hospitaal.[iv] INaast het gezin bestond het huishouden van Abraham en Maria in 1740 ook uit 1 totslaafgemaakte man, 5 totslaafgemaakte vrouwen en 3 totslaafgemaakte meisjes. Abraham was in 1745, toen hij zijn testament liet opmaken, ziekelijk.[v] Op 11 juni 1748 werd zijn testament ingeschreven bij de weeskamer en daarmee zijn dood aangegeven. Zijn oudste zoon Abraham was dertig jaar, Daniel net tien jaar oud.
Al de zonen van Abraham traden op jonge leeftijd in dienst van de VOC, zo ook Daniel. Hij was veertien jaar toen hij in dienst trad, als soldaat voor 9 gulden per maand. In 1757 werd hij bevorderd tot derde chirurgijn voor 14 gulden, in 1757 tot tweede chirurgijn voor 20 gulden en in 1762 tot chirurgijn voor 30 gulden per maand.[vi] Uiteindelijk zou hij het tot opperchirurgijn schoppen. Op 11 maart 1759 trad hij in het huwelijk met Hester Amalia van Dorpen, dochter van Gerrit van Dorpen en Maria Abrahamsz. Hun enige zoon zou de namen van beide grootvaders dragen; Abraham Gerrit. Hij werd op 10 april 1763 ten doop gehouden door zijn grootmoeder Maria Abrahamsz en oom Coenraad Seijffer[vii] en trouwde 1788 met Cornelia Zeijsig, zus van Dorothea Lambertina Zeijsig. Vader en zoon bleven samen achter toen Hester rond 1769 overleed.
Izabel Adriana de Crouse werd de tweede echtgenote van Daniel.[viii] Op 19 januari 1777 zijn zij samen doopgetuige van een kind genaamd Jan Daniël Kustwald. Op 21 december 1777 werd hun, voor zo ver bekend, eerste kind gedoopt; Jan Daniel. Jacob Wendelin, Johanna, Isabella Augustina, Hester Amalia en Wilhelmina Dorothea[ix] zouden hem volgen in de periode tot juli 1789.
Daniel lijkt een geliefd man te zijn geweest. Alleen al als doopgetuige trad hij achttien keer op in de beperkte tijd waarover de doopboeken bewaard zijn gebleven. Ook zijn beide echtgenotes waren regelmatig doopgetuige. Als jongste van een groot gezin zag hij de meeste van zijn broers en zusters wegvallen en toen in 1790 zijn zuster Rachel overleed, waren alleen Willem en Daniel nog in leven. Zij erfden dan ook een mooi bedrag van deze behendige dame die haar geld goed had weten te beleggen.[x]
Er is weinig bekend over het persoonlijke leven van Daniel en zijn gezin. Als opperchirurgijn behoorde hij tot de bovenlaag van de bewoners van Kochi. Hij trad regelmatig op als getuige in de diverse akten, waaruit blijkt dat hij een druk sociaal leven had. Ook voor hem en zijn gezin veranderde er veel toen in 1795 de Engelsen het gezag in Kochi overnamen. Om te beginnen zat hij vrijwel meteen zonder baan. Ook werd hij geconfronteerd met de gevolgen van financiële problemen van zijn zoon Abraham en de creatieve boekhouding die hij samen met de andere weesmeesters meende te moeten gaan voeren om hun eigen problemen op te lossen. Dat zij daar tal van weeskinderen mee dupeerden, kwam pas uit vlak voor het overlijden van Abraham in 1804. Hij liet zijn gezin achter met een grote schuld van 9.000 ropijen. Om te voorkomen dat zijn schoondochter ook de schamele erfenis van Daniel af moest staan aan schuldeisers, besloot Daniel om, naast zijn andere kinderen, zijn kleinkinderen van Abraham tot erfgenamen te benoemen en hun moeder buiten de erfenis te houden. In zijn testament liet Daniel opnemen dat hij het diep betreurde dat hij zolang al geen werk en geen inkomsten meer had en daardoor zijn nog thuis wonende kinderen niet de opvoeding heeft kunnen geven die hij voor ogen had.[xi] Hij stierf in juli 1807, niet wetende dat op 13 september 1807 Sara Harmensz, weduwe van Adriaan Poolvliet, stierf en zijn vrouw benoemde tot erfgenaam van haar halve bezit waardoor zij een rijke weduwe werd.
Het grafmonument van Daniel van der Sloot op de Dutch Cemetery wordt vermeldt in Cotton's 'List of inscriptions on tombs or Monuments in Madras' (1905/1945), maar mist bij latere inventarisaties. Het monument is waarschijnlijk nog steeds aanwezig op de begraafplaats, maar mogelijk is de tekst niet meer leesbaar of is de tekstplaat zelfs weg.
Noten
[i] NA 1.04.02.12455 scan 0067
[ii] Uit het huwelijk van Abraham en Maria werden geboren: Abraham (1718), Wilhelmina Constantina (1719) Isaaq (1720), Rachel Augustina (rond 1723), Willem ( rond 1725), Gillis (1728), Catharina (1730), Hester Jacoba (1731), Carolus (1735), Daniel (1737).
[iii] NA 1.04.02.9009 scan 0538
[iv] NA 1.04.02.9030 scan 1410. Er zijn 128 zieken in het hospitaal en zij vraagt om meer kokosolie, brandhout, een grote koperen ketel, 2 wasteilen en 2 emmers.
[v] NA 1.04.02.6865 scan 0774
[vi] NA 1.04.02.12522 scan 0008
[vii] Dopen Cochin, Gens Nostra 1992
[viii] Zij was vrijwel zeker de dochter van Johannes de Krouse van Batavia (boekhouder en eerste klerk van politie) en Johanna Abrahamsz maar door de hiaten in het doopboek is dit niet bewijsbaar. Johannes overleed rond 1 november 1774 en Johanna leefde nog in 1789 als zij optreed als doopgetuige bij haar kleindochter Wilhelmina Dorothea van der Sloot.
[ix] Wilhelmina Dorothea is in 1807 al gehuwd met militair kapitein Sijdenham Smiths.
[x] NA 1.11.06.11.1354
[xi] NA 1.11.06.11.1494 scans 108 t/m 113
- Laatste update op .