Fort Kochi - Abraham Cornelis de la Haye
In augustus 1752 voelt opperkoopman Abraham de la Haye dat zijn tijd bijna op is. Pas 43 jaar oud wordt hij dagelijks zieker en zwakker en realiseert hij zich de onzekerheid van zijn leven. Een leven dat er zo mooi uitzag. Hij was in 1723 in dienst gekomen bij de VOC in Batavia als soldaat met de pen en opgeklommen tot opperkoopman. De laatste 2 jaar was hij provisioneel oppergezaghebber van Cochin en de kust van Malabar geweest. Nog maar een jaar geleden was zijn gezin uitgebreid met een zoon. Hij had hem Robbert Christoffel genoemd. Robbert naar zijn eigen vader, Christoffel naar zijn schoonvader. Robbert was gedoopt in de St. Franciskerk in Cochin, vlak bij zijn huis. Dezelfde kerk waar hij binnenkort begraven zal worden. Voor het zo ver is, heeft hij nog wat zaken te regelen waaronder het veranderen van zijn testament. Samen met zijn vrouw Geertruijda Walling heeft hij al eerder een testament gemaakt, maar toen waren er nog geen kinderen, nu zijn het er inmiddels drie. Hij heeft heel zijn leven administratieve functies gehad als boekhouder, fiscaal, hoofdadministrateur en secretaris. Hij was geboren in Colombo en verhuisde als kind, met zijn ouders en zijn broer Huijbert, naar Batavia. Met zijn eigen gezin trok hij naar Suratte in Noord-India en nu nadert zijn einde in Cochin.
Voor de toevoeging aan hun testament schrijft Abraham zelf de tekst. Eigenlijk wil hij niets aan de tekst veranderen maar wel toevoegen. Natuurlijk blijft Geertruijda, ze is al 23 jaar zijn echtgenote, zijn universele erfgename. De kinderen Johanna, Anna en Robbert krijgen ieder hun legitieme portie als ze meerderjarig zijn of eerder trouwen. Hij schrijft, wat dwingend, dat zijn wensen prompt na zijn overlijden moeten worden uitgevoerd. Om dat te regelen benoemt hij, bij afwezigheid van volwassen mannelijke familieleden, vier mannen die de touwtjes in handen moeten nemen. Ze moeten zijn begrafenis en zijn boedel regelen en zijn vrouw zoveel mogelijk helpen. Hij weet dat ze haar zaakjes prima zelf kan regelen, ze heeft altijd zijn boekhouding gedaan, maar weet ook dat een vrouw in zaken vaak niet serieus genomen wordt.
Hij wil begraven worden in de St. Francis kerk. Daarvoor moet een graf gekocht worden op een welgelegen plaats. Het graf moet niet alleen goed gemetseld worden, maar ook met een uitgehouwen grafsteen overdekt. Verder moet het graf ruimte bieden voor zijn hele familie en zijn nakomelingen. Het mag nooit geruimd worden en vol is vol. De kelder moet ruimte bieden voor 6 grote kisten, drie kisten in de breedte en dat twee diep.
Hij wil ook dat er een goede inventaris gemaakt zal worden van de vaartuigen en de uitstaande schulden die ingevorderd moeten worden en zijn koopmanschappen moeten verkocht worden. Ze moeten dienen als erfdeel voor zijn kinderen. Ook over hen heeft hij zijn gedachten laten gaan en zijn wensen kenbaar gemaakt. Zijn vrouw mag hun dochters van 12 en 10 jaar oud bij zich houden en meenemen naar waar ze wil. Voor zijn zoontje ziet hij een andere pad voor zich, maar verwacht dat zijn vrouw daar niet aan wil meewerken. Hij legt zijn vrienden de verplichting op om Robbert, als hij 5 jaar is, naar Europa te sturen voor een goede opleiding.
Eén van de punten in de bijlage op zijn testament is ook zijn participatie in een aantal schepen die hij had, samen met Jan Schreuder, de voormalige directeur van Suratte die ondertussen met zijn nichtje Clara de la Haye was getrouwd. Samen hadden ze mooie tijden beleefd. Jan Schreuder had met succes de winst voor de VOC op weten te drijven, deels door particuliere handel toe te staan. Dat had hen beiden geen windeieren gelegd. Zijn “gezin” bestaat inmiddels uit 42 personen waarvan er 32 totslaafgemaakten zijn en drie vrije inlandse bedienden. Het zal een aanzienlijke kostenpost zijn om ze allemaal van rouwkleding te voorzien.
Al dat succes heeft ook een keerzijde. Abraham heeft al heel wat hoofden zien rollen van collega’s die hun hand overspeeld hadden bij de vrijhandel. Daarom geeft hij ook de instructie dat Geertruijda na zijn dood al zijn papieren goed door moet nemen. Alle wisselbrieven, obligaties en andere waardepapieren moeten bewaard blijven. Ook alle familiepapieren moet ze goed bewaren, maar de rest moet ze meteen verbranden. Hij overdenkt nog eens al die mooie kleren, het tafelzilver, de juwelen… Ze moeten allemaal wel benoemd worden in een inventaris voor later, maar niets mag weg.
Hij sluit zijn ogen op 5 oktober 1752 en wordt met groot ceremonieel begraven, in de St. Franciskerk, in een graf met een uitgehouwen zerk met ruimte voor slechts een naam: Abraham Cornelis de la Haye.
Abraham Cornelis de la Haye was de zoon van kapitein Robbert de la Haye van Mons en Clara Cranendonck. Hij trouwde op 10 maart 1729 in Batavia met Geertruijda Johanna Walling, het zusje van de vrouw van zijn broer Huijbert. Huijbert was als weduwnaar van Hester Cloppenburg in 1727 met Anna Catharina Walling getrouwd. Het enige kind dat uit dit huwelijk bekend is, is Clara Walling die de vierde vrouw werd van Jan Schreuder, gouverneur van Suratte en later van Ceylon.
De zusjes Walling waren de dochters en enige legale kinderen van Christoffel Walling van Heidelberg, resident van Tegal en Johanna Dreuning.
Er zijn drie kinderen van Abraham en Johanna bekend. Anna Catharina (1743- na 1753) moet jong gestorven zijn, Robbert Christoffel ( 1751-1778) kwam om bij een scheepsramp in 1778 en Johanna Geertruijda (1741- na 1782) trouwde rond 1765 Assuerus van den Bergh en kreeg in 1766 een dochter Geertruida Gerardina (1766-1799 overleden in Amsterdam). Zij trouwde een tweede keer met Ds. Leonard de Vreede le Gou. Zij woonde in 1782 in Leiden.
Bronnen:
- NL-HaNa 1.04.02.2646, 2776, 2815, 5359 6865, 6874, 7735, 7797, 9190, 9433, 12237
- NL-HaNa 1.04.02. index opvarenden
- NL-HaNa 1.11.06.11.0509
- Nederlandsche Leeuw jaargang 1904 en 1905
- Gens Nostra 1992
- CBG Indische bronnen registratiecode VIBDNI007987
- www.wiewaswie.nl
- https://jnvlieland.blogspot.com/2014/08/notabelen-te-ceylon-in-1760.html
- Laatste update op .