Skip to main content

Fort Kochi - Aletta Augustina Thiel (1760-1784)

De levens van VOC-vrouwen zijn nauwelijks beschreven en moeilijk te reconstrueren. Alleen aan de hand van de informatie over hun vaders en mannen is het mogelijk enig inzicht te geven in hun leven. Zo ligt in Kochi Aletta Augustina Thiel begraven. We kennen haar geboorte- en overlijdensdatum alleen vanwege de inscriptie op haar graftombe: Geboren 21 april 1760 en overleden 30 november 1784. Ze werd dus maar 24 en een half jaar en ze was de echtgenote van Jan Lambertus van Spall, een onderkoopman uit Utrecht die zich op wist te werken tot de laatste Nederlandse gouverneur van Kochi tussen 1793 en 1795.

Het gezin Thiel

De Duitser Hans Caspar Thiel[i] uit Holstein trad, als soldaat, in dienst van de VOC op 25 september 1743 en was uitgevaren met het schip Huigenwaard van de kamer Hoorn. Hij verdiende 9,00 gulden per maand. Hij zou op 30 april 1769 overlijden in zijn woning in Kochi en liet een vrouw en kinderen na. Hij is de vader van Aletta Augustina Thiel.

In augustus 1747 was Hans Thiel in Kochi werkzaam als meesterknecht in de wapenkamer onder Pieter van Spall, een familielid van de latere gouverneur Jan van Spall.[ii] Uit archiefstukken blijkt dat hij op 31 januari 1748 nog wat meer tijd vroeg om het vak goed te leren. Er wordt meteen melding gemaakt dat hij niet kan lezen en schrijven.[iii] Waarschijnlijk is het rond deze tijd dat hij besloot in Kochi en in dienst van de VOC te blijven. Hij verzocht om de maandbrief die hij ten gunste van zijn moeder had gegeven van drie maandsalarissen per jaar in te mogen trekken mede omdat zij was overleden.[iv] In 1750 werd hij bevorderd tot meester-smidsknecht met een salaris van 24,00 gulden per maand. Gedurende zijn leven werd zijn salaris nog twee keer verhoogd tot hij in 1761 36,00 gulden per maand verdiende als meestersmid, kuiper[v] en baas van de smidswinkel. Daarnaast verdiende hij gedurende zijn tijd in Kochi een aardig centje bij als slavenhandelaar. Minstens 38 slavenverkopen werden op zijn naam geregistreerd.[vi]

Hans Caspar Thiel was vóór 16 augustus 1751 getrouwd met Aletta van den Berg, want op die dag maakten zij hun testament op. Aletta was in Kochi geboren als dochter van sergeant Johan van den Berg en Catharina Sprangen.[vii] Hans en Aletta kregen zeker zes kinderen waarvan Aletta Augustina werd gedoopt op 4 mei 1760.[viii] Het zusje van Aletta van den Berg, Anna, was getrouwd met koster en schoolmeester Jan Jurgen Rexraad.[ix] Het ligt dus in de lijn van de verwachting dat de kinderen Thiel een zekere mate van onderwijs hebben genoten op de school in Kochi.[x] Aletta Thiel was pas 9 jaar toen haar vader overleed. Haar moeder was amper 40 en bleef achter met kinderen tussen de 4 en 18 jaar. De uitbetalingen van de VOC hielden per onmiddellijk op na het overlijden, waardoor het gezin zonder bron van inkomsten achterbleef. Aletta van den Berg hertrouwde in 1770 met Anthony Alexander Cornelis Ter Schmitten, luitenant der honorable militie.[xi]

Jan van Spall

Jan Lambertus van Spall werd op 9 januari 1748 in Utrecht gedoopt als zoon van Pieter van Spall en Debora Rademaker.[xii] De welgestelde familie Van Spall woonde generaties lang in Utrecht en ze waren vooral bekend als notarissen, makelaars en kooplieden. Vanuit zowel de familie van vaders- als moederskant waren al diverse leden vertrokken naar Oost-Indië, om daar met succes een leven en een carrière op te bouwen. Toen Jan in 1765 op het punt stond te vertrekken, werden de zaken, zoals je bij een dergelijke familie mag verwachten, goed geregeld. Jan maakte zijn testament ten gunste van zijn ouders. Zijn vader kreeg de handelingsbevoegdheid om al de zaken voor Jan af te handelen tijdens zijn afwezigheid en om alle gelden die hij tegoed had van de VOC te incasseren en daarmee te handelen naar eigen goeddunken. Vader Pieter liet vastleggen dat hij zijn zoon 2.500 gulden meegaf en dat als er Jan gedurende de reis iets mocht overkomen, de opperkoopman en de schipper zijn bezittingen moesten zekerstellen en terug moesten bezorgen bij hem in Utrecht.[xiii] Het schip Huis te Bijweg van de kamer Amsterdam bracht hem in minder dan acht maanden naar Batavia, alwaar hij vrij snel doorreisde naar Kochi. De plaats waar hij de rest van zijn leven zou doorbrengen. Zijn vader incasseerde in de periode 1765-1794 thuis in Utrecht jaarlijks minimaal 480,00 gulden. Een kleine 14.000 gulden in totaal. Geld dat Jan in Kochi niet tot zijn beschikking had, terwijl hij wel een mooi huis aan de Heerenstraat had en naar mate de tijd vorderde, een schare kinderen moest voeden en naar school moest kunnen sturen. Jan heeft dus ook op een andere manier zijn weg gevonden om in zijn onderhoud te voorzien.

Jan Lambertus van Spall was nog een jonge man toen hij uit Utrecht vertrok. In Indië waren voldoende huwelijkskandidaten, maar als hij met een inlandse vrouw zou trouwen dan mocht hij haar en de kinderen uit deze verbintenis nooit mee terug naar Nederland nemen. Hij moest dus zorgvuldig zijn bij het kiezen van een partner. Desalniettemin trouwde hij drie keer met een vrouw die in Kochi geboren was en daar een netwerk had. De eerste keer trouwde hij, rond 1769, Maria Margaretha Dirkszdr. Bers. Samen met haar kreeg hij drie kinderen. De tweede keer trouwde hij met Aletta Augustina Thiel. Waarschijnlijk rond 1778. Samen kregen ze vijf kinderen, waarvan er vier volwassen zouden worden. Dochter Margaretha, geboren 30 mei 1779, overleed op 5 oktober 1779 en werd op 6 oktober begraven in de kerk.[xiv] De kinderen werden allemaal protestant gedoopt, waarbij als doopgetuigen allerlei familieleden optraden van de familie Van Spall die echter nooit in Kochi of zelfs maar in Indië zijn geweest. Plaatsvervangers hebben de kinderen dus ten doop aangeboden. Toch had Jan Lambertus ook broers in zijn omgeving wonen. Zijn broers Francois en Cornelis waren ook in dienst van de VOC getreden en vertrokken beide (in 1790 en 1792) naar Kochi waar ook zij een gezin stichtten.

Tomb of Alletta van Thiel (photo René ten Dam, 2020)Tombe van Alletta Thiel (foto René ten Dam, 2020) 

Aletta overleed 30 november 1784 en werd begraven op de Hollandse begraafplaats in Kochi. Op haar graf liet Jan van Spall een rijk gedecoreerd grafmonument plaatsen in de vorm van een sarcofaag. Op een plaquette de tekst: Hier legt ter saligen opstanding / Aletta Augustina van Thiel / Huisvrouw van de Weled.h./Jan Lambertus van Spall / Gebooren den 12 april 1760 / obit den 20 november 1784.

Jan Spall moest na het overlijden van Aletta naar Nederlands gebruik zijn kinderen hun erfdeel “bewijzen”. Hij moest daarvoor een staat van zijn bezittingen en een inventaris van zijn boedel overleggen aan de weesmeesters van de stad. Daaruit zou blijken hoe welvarend Jan was. Dat was doorgaans niet in het belang van een VOC-dienaar. Daaruit zou namelijk al snel kunnen blijken dat er ook andere inkomstenbronnen waren die doorgaans niet in het voordeel van de VOC waren. Het was alom bekend dat VOC-dienaren op verschillende manieren zichzelf probeerden te verrijken. Jan van Spall was daarop geen uitzondering. Hij zou veelvuldig in tot slaafgemaakten gehandeld hebben. Om te voorkomen dat zijn praktijken ontdekt zouden worden, stelde Van Spall voor een verzegelde staat en inventaris in te leveren en daarnaast plechtig te beloven zijn vier kinderen uit dit huwelijk de helft van zijn bezittingen te geven als er ooit een derde huwelijk zou worden gesloten. De weesmeesters waren het er niet mee eens maar lieten uiteindelijk de beslissing over aan de regering in Batavia.[xv] Hoe zij besloten hebben is niet bekend, maar dat was in alle gevallen mosterd na de maaltijd aangezien Jan al op 10 december 1786 in het huwelijk trad met Maria Petronella Cornelisdr van Cochin. Zij was de dochter van de in Kochi geboren dominee Pieter Corneliszn en de Nederlandse Elisabeth van Sompel. Uit dit huwelijk kreeg Jan van Spall nog eens zeven kinderen. Nazaten van Jan Lambertus Spall woonden tot circa 1970 nog in Kochi op het landgoed “Fernandes Garden”. Het huis zou het best bewaarde Nederlandse huis van Kochi zijn.[xvi]

 

Noten

[i] Hij was de zoon van Catharina (Trijntje) Thiel.

[ii] NA 1.04.02.9040 scan 1058

[iii] NA 1.04.02.9040 scan 1140

[iv] NA 1.04.02.9041 scan 10

[v] NA 1.04.02.14432 scan 199 en 200

[vi] Matthias van Rossum, ‘Slaafgemaakten en bestuurders van de VOC in Utrecht en Azië’in: Slavernij en de stad Utrecht (2021)

[vii] Dit echtpaar kreeg ook nog de dochters Anna en Elisabeth en een zoon Lodewijk.

[viii] De andere bekende kinderen zijn gedoopt in Kochi, Pieter op 15 april 1754, Jacob datum onbekend maar vóór mei 1760, Caspar op 3 maart 1763, Catharina op 4 november 1764. Bron: doopboek Cochin.

[ix] In het testament dat dit echtpaar op 8 november 1763 opmaakte werden de twee zonen van Hans Thiel opgenomen zijnde Pieter en Jacob. Zijn in 1760 geboren dochter Aletta Augustina werd niet genoemd. En waar Hans Thiel handelt in tot slaafgemaakten besluiten zijn zwager en schoonzuster na hun dood hun tot slaafgemaakte Sophia de vrijheid en een klein startkapitaaltje te geven. Het testament werd voor akkoord ondertekend door Jan L.Spall en J.A. Daimichen.

[x] NA 1.04.02.6883 scan 767 en 768

[xi] Met hem maakte zij een testament op 20 oktober 1770 waarin Johan Wolff als getuige optrad en P.A. Daimichen als secretaris van de raad der weesmeesters. Aletta zou nog twee keer trouwen, met resp. Anthony Alexander Cornelis Ter Smitten met wie zij een testament opmaakte op 11.6.1773 (NA  1.11.06.11_918_0020  NL-HaNA_1.11.06.11_850_0044) en met Joh. Van Asbeek van wie zij zou scheiden (NA 1.11.06.11.850_-176  30-10-1782)

[xii] Getuigen waren Lambertus Bernardus Frijkenius en Anna Catharina Rademaker. Hun zoon Simon Hendrik zou 6 juni 1797 overlijden in Batavia. Bron: Nederlandse Leeuw 1926, kolom 27.

[xiii] Notarieel Archief Utrecht invnr. 1337 akte 40 12.4.1765

[xiv] NA 1.11.06.11.1113 scan 0006

[xv] NA 1.04.02.3752 scan 0156

[xvi] Fort Cochin in Kerala 1750-1830: the social condition of a Dutch community in an Indian milieu, A. Singh (2007)

 

  • Laatste update op .