Skip to main content

Chetwai - Zoektocht naar een enkele zerk

Geschreven door Rene ten Dam op .

In 1714 liet de VOC met hulp van plaatselijke vorsten en toestemming van het koninkrijk Kochi een fort bouwen bij Chetwai.[1] Verschillende lokale vorsten werkten mee omdat het fort hen zou beschermen tegen de Samorijn van Calicut. Nog tijdens de bouw werd het onvoltooide fort overrompeld en bij eerste een poging het fort te hernemen vielen 32 doden en 58 gewonden. Het leverde een schade op van 85.000 gulden, voor de helft aan de bouwkosten, als wel 55 kanonnen en 14 mortieren.[2] Vendrig Jan Hoeck die verantwoordelijk werd gehouden voor de overrompeling werd met de kogel ter dood gebracht.[3] In 1717 werd het fort uiteindelijk weer heroverd. De Friese predikant Jacobus Canter Visscher beschreef de gebeurtenissen in een van zijn brieven.[4]

Het fort bevond zich op een strategisch punt en was belangrijk voor de Nederlandse handel. In 1720 werden meerdere pakhuizen gebouwd voor de opslag van peper.[5] In 1778 namen troepen van Hyder Ali het fort in. De Nederlanders werden daarmee definitief uit Chetwai verdreven. Tegenwoordig verkeert het fort in vervallen staat.

J.J. Cotton maakt in List of inscriptions on tombs or monuments in Madras Volume II (Revised edition 1946) melding van een zerk op het terrein van de Deputy Tahsildar. Het was daarheen verplaatst nadat lokale moslims de zerk van het fort hadden meegenomen naar hun moskee. Niet bekend is wanneer dit heeft plaatsgevonden.

Het betreft de zerk voor Wilhem Blasser: “Ter gedagtenisse van den E. Wilhem Blasser in syn leeven Cappetyn Luytenant en eerste commandant ter fortresse Wilhelmus tot Chettua overleeden den 2 February A 1729.” Momenteel bevindt de grafsteen zich nog steeds op het Chavakkad Taluk Office-complex.

 

Grafmonument voor Wilhelm Blasser (foto Laju Paul, 2020)Grafmonument voor Wilhelm Blasser
(foto Laju Paul, 2020)

  

Noten 

[1] Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie Deel 7, 1713-1724, GS 164 p. 28

[2] Idem p. 185

[3] Idem p. 247

[4] Pol, Bauke van der Pol, Mallabaarse brieven – De brieven van de Friese predikant Jacobus Canter Visscher (1717-1723), Walburg Pers, 2008. p. 202-206.

[5] Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie Deel 7, 1713-1724, GS 164 p. 502

 

Met dank aan Laju Paul voor de foto van het grafmonument.

 

Referentie: SC-IND-039

 

  • Laatste update op .