Skip to main content

De eerste Nederlandse begravingen in Paramaribo

Het sterftecijfer onder de Europeanen lag hoog in de tropen. De Brit Stedman was in dienst van de Republiek als kapitein van een korps vrijwilligers dat naar Suriname was gezonden om een opstand van weggelopen slaven neer te slaan. In 1773 was hij in Paramaribo en schreef het volgende:

Op deezen tijd woedden ‘er veele ziekten onder ons scheepsvolk; bijna elken dag wierden ‘er viif of zes matroozen van de koopvaardij-schepen begraaven. Het lot van deeze soort van mensen is in dit land over het algemeen zeer slegt; […] Zij stillen hunnen honger met enige bananen en pisangs, eeten oranjen en drinken water, hetgeen hen welhaast van alle kwaad verlost, door hen naar de eeuwigheid te zenden. Duizenden worden op deeze wijze in het graf gestort, die, volgens den gewoonen loop hunnes levens, nog veele jaaren zouden hebben kunnen tellen[1]

De lagere officieren en ander militair personeel werden aanvankelijk begraven op de miltaire begraafplaats bij Fort Zeelandia en later op het soldaten- en matrozenkerkhof op de “savaane”. In het zogenaamde stenen binnenfort werden onder meer de eerste Gouverneur-Generaals, Commandeurs en hoge officieren begraven. Hoewel hun leefomstandigheden veel beter waren dan van het gewone werkvolk ontkwamen zij net als hen niet aan de gesel van tropische ziekten. Stedman:

Onderstuschen woedden de ziekten meer en meer onder onze soldaten, die aanmerklijk begonnen te verminderen. Den een en twintigsten Mey stierf ook weder een van onze officieren, wiens begraavenis in het fort Zeelandia, daar alle officieren begraven en alle gevangene bewaard worden, ik bijwoonde. Hier zag ik de gevangene rebellen en andere Negers, onder het gekletter van hun boeijen, Pisangs en Yams op de grafsteden der verstorven braaden; ik meende een aantal helsche geesten te zien, die de zielen van hunnen Europische vervolgers pijnigden[2]

Hoewel de begraafplaatsen van fort Zeelandia waarschijnlijk ruim 132 jaar in gebruik zijn geweest en er meer dan tweehonderd personen zijn begraven, is een groot mysterie wat er met de beide begraafplaatsen is gebeurd. Bijzonder is dat ze op geen enkele kaart van Paramaribo of zelfs van het fort zijn aangegeven. Voor het binnenkerkhof is er maar één optie, de kleine binnenplaats van het binnenfort. Hier werd onder meer gouverneur Cornelis Aerssen van Sommelsdijck begraven, die in 1688 door muitende soldaten werd doodgeschoten. Hij zou later zijn herbegraven in het Zeeuwse Sommelsdijk in de grafkelder van de familie. Uit archiefonderzoek blijkt dat er na 1799 niet meer is begraven in of bij Fort Zeelandia.[3] 

Fort Zeelandia (foto René ten Dam, 2017)Fort Zeelandia (foto René ten Dam, 2017)

Tastbare bewijzen van de beide begraafplaatsen blijven vooralsnog beperkt tot een aantal grafstenen die in 1954 werden gevonden tijdens het afbreken van de oude militaire bakkerij. Ook werden er enkele skeletdelen gevonden. [4]

 

Noten

[1] Stedman, Reize in de binnenlanden van Suriname (1799), pag. 76

[2] Stedman, pag. 83

[3] Onderzoek Stephen Fokké.

[4] Fokké, Stephen. ‘Het mysterie rond de verdwenen begraafplaatsen van Fort Zeelandia; voorlopige onderzoeksresultaten’ in: OSO Tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied (2016), pag. 55

 

Header: William Blake after John Gabriel Stedman Narrative of a Five Years, detail (publiek domein)

  • Laatste update op .