Skip to main content

Pulicat - Buitenkerkhof

Pulicat is tegenwoordig een klein vissersdorp aan de Coromandelkust, bestaande uit twee met elkaar verbonden eilanden. In het Cholarijk, een Tamil-dynastie van de tweede tot de dertiende eeuw in het zuiden van India, groeide Pulicat uit tot een belangrijke havenplaats. Later, vanaf de veertiende eeuw werd Pulicat onderdeel van het koninkrijk Vijayanagara.

Vanwege het belang van Pulicat als doorvoerhaven werd het veelvuldig bezocht door buitenlandse handelaren. De eerste moslims, veelal handelaren, kwamen in de zevende eeuw naar de Coromandel, gevlucht uit het Midden-Oosten waar ze het regerende kalifaat niet accepteerden. De eerste Europeanen, Portugezen, kwamen in de zestiende eeuw naar de Coromandel en vestigden in 1502 een handelspost in Pulicat, op dat moment een belangrijke doorvoerhaven naar Vijayanagara, de hoofdstad van het Vijayanagararijk. De productie en export van textiel en garens van katoen waren de grootste bron van inkomsten. Na een oorlog in 1565 tussen het Vijayanagararijk en de Deccan sultanaten was Vijayanagara geen hoofdstad meer en Pulicat verloor haar functie als doorvoerhaven aan het noordelijker gelegen Masulipatnam, dat dichter bij de nieuwe hoofdstad Golconda lag.

Het was ook in Masulipatnam waar de VOC een overeenkomst sloot met de plaatselijke moslim heersers. De VOC zag in dat de textiel van de Coromandel nodig was om handel te drijven met de Molukken voor hun specerijen. In 1609 bezochten de Nederlanders voor het eerst Pulicat, op zoek naar vers water. De moslims hielpen de Nederlanders toestemming te verkrijgen bij de koning van het Vijayanagararijk om een handelspost op te zetten. Dat lukte, de VOC kreeg het alleenrecht en de Portugezen waren genoodzaakt te vertrekken. De Portugezen zagen hierdoor al snel in dat de Nederlanders een grote bedreiging vormden voor hun eigen positie aan de Coromandel. In 1613 liet de VOC een fort bouwen, Gelria genaamd, om haar positie in Pulicat en aan de Coromandel te versterken. Niet lang daarna werd er niet alleen meer katoen verhandeld, maar ook tot slaaf gemaakten.[1]

Vogelvlucht van het fort Geldria bij Pallicate. Datum circa 1672 (Koninklijke Bibliotheek)Vogelvlucht van het fort Geldria bij Pallicate. Datum circa 1672 (Koninklijke Bibliotheek)

Ondanks verschillende pogingen slaagden de Portugezen er niet om het fort in te nemen. Ook de Britten probeerden tevergeefs voet aan de grond te krijgen in Pulicat. Hun in 1619 opgerichte handelspost was slechts een kort leven beschoren. Enkele jaren eerder, in 1616, was Pulicat al het VOC-hoofdkwartier geworden aan de Coromandel. Factorijen werden daarna opgezet in Nagapattinam, Porto Novo, Devanampattinam, Sadras,  Golconda, Palakollu, Daazerom and Bimlipattinam. Pulicat bleef het hoofdkwartier tot 1689, waarna Nagapattinam de zetel van de gouverneur van de Coromandel werd. Tot 1781, toen de Britten de Nederlanders uit Nagapattinam wisten te verjagen en Pulicat weer het hoofdkwartier werd, maar de macht van de VOC was toen al tanende.

Rond 1795 werd de factorij in Pulicat door moslimtroepen vernietigd. Britse troepen namen Pulicat in, nadat Nederland zelf onder Franse invloed was gekomen en pas in de negentiende eeuw kregen de Nederlanders hun eigendommen terug van de Engelsen. Uiteindelijk werden deze in 1825 definitief overgedragen aan de Britten. Het fort was door de Britten toen al grotendeels gesloopt.

Het Buitenkerkhof

TDe eerste begraafplaats lag oorspronkelijk buiten de versterking, op het eiland De Coopehang of Coebangh. Dit in tegenstelling tot het later aangelegde Binnenkerkhof naast het fort. [2] IHet wordt ook wel het Portugese kerkhof genoemd, wat er op lijkt te duiden dat het door de Portugezen in gebruik is genomen. De naam Buitenkerkhof geeft ook aan dat het ‘buiten’ was gelegen, naar we kunnen aannemen dus niet binnen de versterking.

Vlakbij lag de Portugese kerk, die recent is gesloopt en vervangen door een nieuw kerkgebouw. Deze kerk is eigenaar van de begraafplaats. Even verder ligt de kleine St. Anthony’s kerk, die in de zeventiende eeuw door Nederlanders zou zijn gebouwd.[3]

Pulicat Buitenkerkhof overzicht (Foto René ten Dam, Mei 2017)   Pulicat Buitenkerkhof overzicht (Foto René ten Dam, Mei 2017)

Wanneer de eerste begraafplaats in gebruik is genomen is niet bekend. Het oudst aangetroffen grafmonument is niet Portugees, maar Nederlands en stamt uit 1631. [4] Het Buitenkerkhof is lang vergeten geweest en was volledig overgroeid met struikgewas. Totdat kort na de eeuwwisseling Hans Schiebroek de begraafplaats liet schoonmaken en de omliggende muur herstelde. Daarbij werd een nieuw hekwerk aangebracht met een verwijzing naar de VOC.

Het oudste in 2017 aangetroffen grafmonument is voor Arent Gardenijs, overleden in 1643. Het oudst bewaarde Portugese grafmonument is voor Alberto Rodrigues, overleden in 1678. Een tweede Portugees grafmonument stamt uit 1689 en is voor Nicolau Matteus. Het grafmonument voor Rodrigues oogt eenvoudiger, in tegenstelling tot het grafmonument voor Matteus, dat niet afwijkt van de Nederlandse grafmonumenten. Beide grafmonumenten laten bovendien zien dat de Portugezen niet allemaal waren vertrokken na de komst van de Nederlanders, maar in Pulicat waren blijven wonen.

Buitenkerkhof Arent Gardenijs, Governeur van de Coromandel (Foto René ten Dam, Mei 2017)Buitenkerkhof Arent Gardenijs, Governeur van de Coromandel (Foto René ten Dam, Mei 2017)

De meeste grafmonumenten liggen vlak op de grond, ingebed in een betonnen rand. Eén zerk ligt op een verhoogde tombe. Daarnaast staat er nog een ietwat vreemd ogend pyramide-vormig grafmonument en een kleine, lage tombe, vermoedelijk een kindergraf. Beiden zonder inscriptie.

THet jongste Nederlands grafmonument is voor Susanna de Mey, overleden in 1700. Het Binnenkerkhof was op dat moment al lang in gebruik. Niet bekend is waarom men is blijven begraven op het Buitenkerkhof. Ook na 1700 is de begraafplaats in gebruik gebleven. Er ligt een ouder grafmonument met Tamil-schrift en er staat een negentiende-eeuwse stèle uit voor een Britse drenkeling. Daarnaast liggen er enkele recente graven. Was de begraafplaats in 2017 nog te bezoeken, in januari 2020 was de begraafplaats alweer overwoekerd.

Buitenkerkhof Iudeth Carter, overleden 1645. De zerk is niet gedocumenteerd door Cotton of Peters. (Foto René ten Dam, Mei 2017)Buitenkerkhof Iudeth Carter, overleden 1645. De zerk is niet gedocumenteerd door Cotton of Peters. (Foto René ten Dam, Mei 2017)

Begraven in het fort?

Havart maakt melding van een opvallende gebeurtenis in 1624 die door mondelinge overlevering tot hem is gekomen, aangezien de dagregisters van Masulipatnam in 1679 bij een vloed verloren zijn gegaan. [5] In 1624 werd Abraham van Uffelen, het opperhoofd van Masulipatnam en gouverneur van de Coromandel, door de vorst van Golconda ontboden. Daar aangekomen werd hij ‘met stocken, knuppels en bamboezen […] getysterd’, dat hij bij terugkeer in Masupalipatnam op 1 februari overleed aan zijn verwondingen. [6] De dagregisters van Batavia bevestigen het verhaal. [7] Volgens Mac Leod zou het lijk van Van Uffelen vervolgens naar Pulicat zijn overgebracht om naar zijn laatste wens daar in het fort te worden begraven. [8] Bronnen om dit te bevestigen ontbreken. Begravingen binnen een fort zijn desalnietemin niet vreemd, met name wanneer het fort belegerd was en men de buiten het fort gelegen begraafplaats niet kon bereiken.

 

Header: Volgens de Leupe-ctalogus (NA) is de originele titel: Grondplan van de stadt Palliacatta, met het Casteel Geldria en het visschersdorp De Coepangh. Gedateeerd tussen 1690 and 1705 en gemaakt door Isaac de Graaff.[9]

 

Literature 

  • Bauke van der Pol, De VOC in India – Een reis lang Nederlands erfgoed in Gujarat, Malabar, Coromandel en Bengalen. Zutphen, 2011. / The Dutch East India Company in India – A heritage tour through Gujarat, Malabar, Coromandel and Bengal. 2014.
  • Marion Peters, In steen geschreven – Leven en sterven van VOC-dienaren op de kust van Coromandel in India. Amsterdam, 2002.
  • Pulicat & Sadras – Confluence of History, Culture & Environment. Chennai, 2010

 

Notes

[1] Pulicat & Sadras – Confluence of History, Culture & Environment. Chennai, 2010. P. 60.

[2] Daniel Havart tekent het Buitenkerkhof onterecht binnen de versterking. Zie de tekening volgende op pagina 104 van deel 1 Op en Ondergang van Coromandel.

[3] Pulicat & Sadras – Confluence of History, Culture & Environment. Chennai, 2010. P. 17.

[4] [1] Het betreft het grafmonument voor Pieter van Suylen. In Cotton nog vermeldt (nr. 1546), maar door Peters niet aangetroffen. Ook bij eigen bezoek in 2017 niet meer aangetroffen.

[5] Havart, Op en Ondergang van Cormandel. Tweede Deel. P. 102-103.

[6] Havart. P. 102-103

[7] Dagh-register gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India. Anno 1624-1629. (1896) P. 33, 58.

[8] N. Mac Leod, De Oost-Indische compagnie als zeemogendheid in Azië - Eerste deel (1602-1632). ’S Gravenhage, 1921. P. 450-451

[9] Op de tekening is de begraafplaats niet rechthoekig van vorm, zoals die vandaag de dag is. Het is ook iets te veel naar rechts geplaatst in vergelijking met de huidige locatie op Google Maps, ervan uitgaande dat de begraafplaats niet verplaatst is.

 

Referentie: SC-IND-017

 

  • Laatste update op .