Chhapra - Resten van de begraafplaats

De factorij in Patna werd rond 1670 bestuurd door een Banya, een lokaal koopman. De factorij in Chhapra werd echter belangrijker en er huisde dan ook veel Nederlands personeel. Aanvankelijk werd in de tuin begraven (SC-IND-004), maar vermoedelijk vanwege de hoge sterfte werd even buiten Chhapra bij Karinga een Nederlandse begraafplaats aangelegd.

Oud-kolonel der Genie F. Dekker schreef in de jaren dertig van de twintigste eeuw een artikelenreeks over Nederlanders buiten de landsgrenzen voor het maandblad Neerlandia van het Algemeen Nederlandsch Verbond, gebundeld in Voortrekkers van oud Nederland, en beschreef daarbij kort de begraafplaats.

‘Te Koringa - bij Zjapra - staat op het Ned . kerkhof nog een rijk mausoleum voor Jacob van Hoorn, opperhoofd van Patna, overleden 26 Juni 1712, dus nog uit den goeden tijd . In tegenstelling met het praalvertoon, luidt het opschrift niet anders dan : „J.V.H. Obiit 26 Juni. A.D. 1712".’^[1]

Daarnaast meldt Dekker dat volgens mededeling van Mevr. A. den Hertog-Bartelink, wonende te Patna, bij een aardbeving in 1934 de begraafplaats grotendeels was verwoest. Het monument voor Van Hoorn werd daarna gerestaureerd . Het puin van de overige graven, waarvan de opschriften reeds lange tijd verdwenen waren, is toen geruimd. De tekstplaats van het monument voor Van Hoorn is door bemoeienis van Mevr. Den Hertog, met toestemming van de Engelse overheid, naar Batavia (het huidige Jakarta) vervoerd, terwijl een nieuw grafschrift op het monument is aangebracht. Van de Pol merkt op dat deze tekstplaat niet meer aanwezig is.^[2]

De tekstplaten van de overige grafmonumenten worden in List of inscriptions on tombs or monuments in Bengal uit 1896 van C.R. Wilson niet genoemd. Alleen de tekstplaat voor Van Hoorn. Een terugkerend probleem bij dergelijke inventarisaties is dat enkel de grafmonumenten worden genoemd waar een inscriptie op staat vermeldt. Hierdoor is onbekend hoeveel grafmonumenten er zich verder nog op de begraafplaats bevonden op dat moment.

Tombe voor Jacob van Hoorn. (foto mr Jhon, 2018)

Van de Pol beschrijft het grafmonument als ‘van buiten een mix van hindoebouwstijlen en islamitische bouwstijlen: chhatritorentjes op de vier hoeken en ook vier bogen in islamitische stijl die toegang geven tot het graf. Van het schijngraf binnen waren alleen nog de contouren op de grond te zien. […]  De rand van de grote koepel binnen was versierd met prachtig bruinrood schilderwerk, evenals de plafonds van de vier kleine koepels. […] Links en rechts van het [verdwenen] paneel, naast een ventilatiegat, zijn nog opgelegde bloemmotieven en pilaren met lotussen te zien.'^[3]

 Header: foto door Ayah Arya, 2021

Noten

^[1] Dekker, F, Voortrekkers van Oud Nederland – Uit Nederland’s geschiedenis buiten de grenzen, Den Haag, L.J.C. Boucher, 1938

^[2] Pol, Bauke van der,  De VOC in India – Een reis langs Nederlands erfgoed in Gujarat, Malabar, Coromandel en Bengalen, Zutphen, Walburg Pers, 2011 (p. 35)

^[3] Id. (p. 36)

Referentie: SC-IND-005