Skip to main content

Fort Kochi - Isaac Pieterszn van Dielen en Lea de Kouter

Op 6 april 1663 liep de kleine Lea de Kouter samen met haar moeder naar de kajuit van een schip op de rede van Kaap de Goede Hoop. Er zou die ochtend een meisje gedoopt worden met de prachtige naam Virena en haar moeder zou het ten doop houden. [i] De dominee die het kindje zou dopen, Balthasar de Meter, was net uit Holland aangekomen en zou naar Indië doorvaren. Zij kwam juist uit Indië aan en zou naar het haar onbekende Holland doorreizen. Zouden ze elkaar bewust hebben gezien? Zou Lea zich hem herinneren toen ze, jaren later, op Cochin aankwam en zijn grafsteen in de kerk vond, zich er niet bewust dat ze al snel voor eeuwig samen in dezelfde kerk begraven zouden liggen?

In de St.-Bavokerk in Haarlem werd op 5 mei 1652 Isaac, zoon van Pieter van Dielen en Geertrui Nicasius, ten doop gehouden. Hij was de tweede zoon van het echtpaar dat in 1650 al een zoon Willem en in 1654 nog een dochter Janneke liet dopen.[ii] Er is niets bekend over de achtergrond van zijn vader Pieter, maar hij moet welgesteld zijn geweest aangezien hij kort na de dood van zijn vrouw[iii] hertrouwde in Haarlem met Susanna Huijsman, dochter van Anthony Huijsman, notaris in Rotterdam en sinds 1646 in Batavia, en Lea van Waesberghe. Voor Susanna was het haar derde huwelijk na eerder weduwe te zijn geworden van de VOC koopman Philips van Arts en van onderkoopman Jacob de Kouter.[iv]

Interior of the St Bavo Church in Haarlem in 1628 (Rijksmuseum RP-P-1930-136)Interieur van de St. Bavokerk in Haarlem in 1628 (Rijksmuseum RP-P-1930-136)

Een nieuw gezin op weg naar Indië

Het werd een uitgebreid samengesteld gezin. Naast de drie kinderen van Pieter had Susanna vier kinderen van haar tweede man: Geertruijda (Tayoean 1653), Pieter (Tayoean 1655), Lea (Tayoean 1656) en Susanna ( Batavia 1659). [v] Samen kregen ze ook nog zeker drie kinderen: Anthoni, gedoopt in Haarlem 8 november 1665, Johannes, gedoopt in Haarlem 25 september 1667 en Catharina Africana, geboren 7 juni 1670. Het kan niet anders dan dat in het drukke huishouden de gesprekken vaak over Oost-Indië en de VOC gingen. Naast het feit dat de kinderen van Susanna uit haar tweede huwelijk daar allemaal geboren waren, woonden de vader, broers en zuster van Susanna daar ook. Een overtocht naar Indië kon op twee manieren geregeld worden: je aanmelden bij de VOC en gaan als personeelslid of meevaren als betalend passagier. Een oversteek voor een mannelijke passagier kostte rond 1670 190 rijksdaalders, voor een vrouw 160 rijksdaalders en voor een kind onder de twaalf jaar 77 rijksdaalders. Daar kwam dan nog huisvesting en eten voor een man en vrouw in de kajuit 30 respectievelijk 18 stuivers bij, in de hut 18 en 12 stuivers of bij het gewone volk en dan was je 9 stuivers per maaltijd kwijt. De rekening voor Pieter van Dielen zou dan erg hoog oplopen, gesteld dat hij in 1668 wilde vertrekken. Voor Pieter en Susanna en 7 kinderen (4 mannen, 5 vrouwen) werd de volle mep gerekend en voor de 3 kinderen onder de twaalf was er enige korting. Voorop gesteld dat alle kinderen meegingen, zou alleen de overtocht al een dikke vierenhalfduizend guldens kosten, zonder eten en drinken. Toch heeft de familie op de één of andere manier de overtocht gemaakt. Uit onderzoek bleek dat van de kleine Johannes van Dielen geen sporen terug te vinden zijn in Indië, waarschijnlijk is hij jong gestorven. Aan de aanwezigheid van Anthoni van Dielen en Catharina Africana van Dielen is te ontlenen dat Pieter en Susanna ook in Indië zijn aangekomen en dat blijkt ook uit de registratie van Nederlandse kinderen in Jaffanapatnam in 1678. De weduwe van Pieter van Dielen woont daar dan met een zoon en een dochter van 8 en 12 jaar.[vi] [vii]

De broers Dielen

Willem en Isaac van Dielen waren in 1668 respectievelijk 18 en 16 jaar. Oud genoeg om in dienst te treden van de VOC en dat deden ze ook. Isaac kwam als adelborst met de Gekroonde Vrede van de kamer Enkhuizen naar Batavia, Willem was op hetzelfde schip als soldaat meegevaren. [viii] Het huwelijk tussen vader Pieter en stiefmoeder Susanna was in die zin gunstig dat de broers van Susanna, te weten Marten en Johannes, allebei al een goede functie hadden op Ceylon en wellicht als kruiwagen konden dienen. Willem en Isaac gingen dan ook na aankomst in januari 1669 in Batavia al redelijk snel door naar Ceylon. Daar werd Isaac aangesteld als assistent. Op welk schip en in welke hoedanigheid de overige familieleden de overtocht naar Indië hebben gemaakt, is niet met zekerheid terug te vinden. [ix] Maar dat de familie sterk verbonden was met Ceylon blijkt uit alles.

Al snel na de aankomst van de familie werd er een goede partij gevonden voor de oudste dochter van Susanna, Geertruida de Kouter. Zij trouwde rond 1670 (ongeveer 17 jaar oud) met de predikant van Colombo, Simon de Kadt. Meisjes in Indië trouwden doorgaans veel jonger dan in Nederland gebruikelijk was. Ook de derde dochter en naamgenote van Susanna trouwde rond haar zeventiende en wel met de andere predikant van Colombo, Hermannus Specht. De dochter van Pieter, Janneke, werd de bruid van de commandeur van Colombo, Laurens Corneliszn Pijl. Lea, die in december 1673 17 jaar werd, zocht het veel dichterbij. Zij trouwde met haar stiefbroer Isaac van Dielen[x]. Stiefouders werden schoonouders, stiefbroers en zussen werden schoonfamilie. De banden werden nauwer.

De succesvolle carrière van Isaac

Isaac werd op Ceylon door Rijkloff van Goens, die in Lea’s oom Marten Huijsman een trouwe volgeling had, aangesteld tot provisioneel assistent met een inkomen van 16,00 gulden per maand. In 1673, waarschijnlijk in verband met zijn huwelijk met Lea de Kouter, werd hij door Goens bevorderd tot boekhouder met een salaris van 32,00 gulden per maand. Goens de jonge promoveerde hem in 1676 tot onderkoopman in Jaffanapatnam met 36,00 gulden per maand en in 1679 tot provisioneel koopman. In 1681 bevorderde de Generaal en Raden van India hem tot koopman met een salaris van 60,00 gulden per maand. In 1685 bevorderde Hendrick Adriaan van Rheede hem tot opperkoopman met een salarisverhoging tot 80,00 gulden per maand en in 1687 werd hij tot commandeur van Malabar benoemd door de Gouverneur-Generaal zelf. [xi] Ongetwijfeld was hij aan het begin van zijn carrière in het zadel geholpen, maar het feit dat zijn benoemingen vanaf 1681 niet meer te koppelen waren aan familierelaties kwam hem later wel goed van pas.

Portrait Rijkloff van Goens in 1653. Isaac van Dielen was his assistant on Ceylon and later on promoted him.Portret van Rijkloff van Goens uit 1653. Isaac van Dielen was zijn assistent op Ceylon en werd later door hem gepromoveerd.

Op 29 juli 1687 kwam Isaac met de Drakesteijn aan in Cochin en op 14 september werd hij voorgesteld aan “het volck”. Zijn gezin was achtergebleven op Ceylon, maar kwam in de loop van 1688 ook naar Cochin. Hij trof een post aan die de laatste jaren veel andere hoofden had gekend en waarbij het merendeel van de commandeurs voor een harde lijn waren, waaronder zijn aangetrouwde oom Marten Huijsman. [xii] Van Dielen kreeg de opdracht om het vertrouwen tussen de VOC en het koninkrijk Cochin en zijn vorsten te herstellen en weer een vorm van respect voor elkaar te bewerkstelligen. Het feit dat hij het goed met de koninklijke familie kon vinden, zal daar zeker toe bijgedragen hebben. Dat het niet altijd pais en vree was, bleek wel toen hij ten strijde moest trekken tegen zowel de omliggende koninkrijken als zijn Europese vijanden de Portugezen.

De gezondheid van Isaac was een probleem. Hij was meerdere malen zwaar ziek. Zo ook in de tweede helft van 1688. Hij kon maar nauwelijks gered worden door dr. Engelbert Kaempfer. De hulp kwam te laat voor zijn dochtertje Lea Geertruyda die op 11 november stierf, nog geen drieënhalf jaar oud, en zijn vrouw Lea die op 29 december 1688, op een paar uur na 32 jaar oud, haar ogen definitief sloot. Ze werden in hetzelfde graf in de St. Franciskerk begraven, de kerk waarin ook Balthasar de Meeter begraven was. Het bericht dat ook zijn broer Willem met zijn kinderen Catharina en een pasgeboren zoontje op 13 december van datzelfde jaar op de kust van Coromandel in Pulicat aan de pest overleden waren, moet Isaac zwaar getroffen hebben.

Slab of Lea de Kouter (photo René ten Dam, 2020)Grafsteen voor Lea de Kouter (foto René ten Dam, 2020)

Al in 1689 vroeg Isaac om te mogen vertrekken naar een - voor hem - gezonder oord, maar dit werd keer op keer geweigerd. In de zomer van 1690 werd hij zelfs zo zwaar ziek dat hij niet kon werken en maar gedeeltelijk zou herstellen. Waarschijnlijk in 1693 trad hij opnieuw in het huwelijk, nu met Maria Scholten. Maria was de zus van Johannes Scholten, die in Cochin werkzaam was als secretaris van Politie. Zoals Laurens Pijl zich in 1684 al eens had moet verdedigen in verband met de te nauwe verbinding met de families Huijsman en Dielen, en zoals Willem van Dielen daardoor al eens in positie teruggeplaatst werd, was het nu de beurt aan Johannes Scholten om, vanwege ‘verzwagering’, de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Hij werd uit zijn functie ontheven, maar benoemd tot ontvanger van de tollen en rechten.

Het huwelijk van Isaac en Maria was echter geen lang leven beschoren. Nadat hij in 1693 nog een keer om overplaatsing had gevraagd en de Hoge Regering weer geen besluit kon nemen, stierf hij na “langdurige, seer elendige siekte” op 5 december 1693 en werd begraven in Cochin waar zijn grafsteen nu in de muur van de St. Franciskerk gemetseld zit.

Slab of Isaac van Dielen (photo René ten Dam, 2020)Grafsteen voor Isaac van Dielen (foto René ten Dam, 2020)

De zerken voor Lea de Kouter en Isaac van Dielen zijn rijk gedecoreerd, waarbij de zerk voor Lea iets eenvoudiger is in uitvoering, terwijl de zerk voor Isaac zeer Europees aandoet. Mogelijk heeft Isaac de zerk in Nederland of in Batavia laten maken en is in Cochin na zijn dood het tekstvlak gehakt. Wat opvalt is dat de meeste Nederlandse zerken in de St. Franciskerk geen Indische sierelementen bevatten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld veel zerken in Pulicat. Dat wijst er op dat de zerken in Cochin door Nederlandse steenhouwers zijn gehakt en die Pulicat door lokale vaklieden. Doorgaans is het hakwerk in Pulicat ook van een hogere kwaliteit..

Tekst Isaac van Dielen: Hier onder rust d'E Heer Isaac Van Dielen Commandr en opper-bevelhebber van de custe van Mallabaer, Cannara en Wingurla overleden den 25en December des avonts tussen 10 en 11 uyren oudt synde 41 iaaren 7 maenden en 20 dagen Ao 1693. 

Tekst Lea de Kouter: Hier rust jufvrouw Lea Vande Kouter huysvw van d'E H Commandeur Isaac van Dielen OverLeden den 29en Xber Ao 1688 out zynde 32 iaren minder eenige uyren en Lea Geertruyda van Dielen haare beyde dogterje gestorven den 11en Novber bevorens oud 3 Jaren 5 maenden en 17 dagen. 

Mannelijk wapen: doorsneden: A gedeeld: 1 Een springend hert gaande voor een geplante boom; 2 Een stappend paaslam met kruisstaf over het schoft waaraan een vaantje met een kruis; B Een liggende omziende leeuw, met tussen de voorpoten een bal, over de snijlijn een dwarsbalk beladen met drie achtpuntige sterren..

Vrouwelijk wapen: Ovaal schild: Een hond doorboord met twee pijlen in de rug komend van achterboven en uitstekend onder de buik.

De erfenis

Het overlijden van Isaac kreeg nog een staartje. Vanwege het feit dat Isaac zijn functie en de administratie niet persoonlijk had kunnen overdragen aan zijn opvolger, en de boeken dus niet gecontroleerd waren, werd het de familie verboden de boedel te scheiden. Wel mocht de weduwe met haar familie en meubelen naar Ceylon terug. Op 25 augustus 1694 stuurde Nanoe Porboe de regering van Malabar een briefje waarin hij aangaf Isaac van Dielen een paar dagen voor zijn dood goudwerk en parels met een waarde van 30.960,00 gulden in bewaring te hebben gegeven. Door de “schielijke dood” was er geen bewijs. Er werd beslag gelegd op de boedel van Isaac en zijn tweede man Abraham Vinck, die bovendien van zijn functie ontheven en gearresteerd werd vanwege de vele financiële onduidelijkheden. Het duurde tot 30 november 1697 tot het beslag opgeheven werd en ook Abraham Vinck weer in dienst genomen werd. In 1703 zou Maria nog ruim 18.000,00 gulden uitbetaald krijgen door de VOC. Isaacs zoon Pieter, het enige kind dat volwassen werd, vertrok naar Nederland waar hij in 1701 in Haarlem trouwde met Anna Katharina de la Vigna en op 21 juni 1702 opnieuw een Isaac Pieterszn van Dielen werd geboren.

 

Noten

[i] Bron: Letters of Pieter van der Stael, krankbesoeker at the Cape between 1655 and 1663, reporting to the Amsterdam Classis. Dank aan Bart Rietkerk

[ii] Pieter Willems van Dielen trouwde 2-11-1649 in Haarlem met Geertrui Nicasius dochter van Isaac Nicasius van Haarlem en Susanna van Houten uit Utrecht. Willem werd gedoopt 7-8-1650 en Janneke werd 4-10-1654 gedoopt, beiden in Haarlem.

[iii] 14 juni 1664 . Begraven in de Grote Kerk de vrouw van Pieter Willemse van Dielen

[iv] Zij trouwde in Batavia 1649 Philip van Arts die rond 1650 overleed. Zij hertrouwde, waarschijnlijk in Batavia, in 1652 met Jacob de Kouter, onderkoopman op Tayoean ( Formosa), overleden in 1662, voor 26 september waarschijnlijk in Batavia. Op 6 april 1663 houdt Susanna Huisman, weduwe wijlen Jacob vande Couter Virena, dochter van admiraal Hermen Klincke en zijn vrouw, ten doop aan Kaap de Goede Hoop. De doop werd gegeven door ds. Balthasar de Meeter.

[v] Uit het huwelijk werd ook nog een vijfde kind geboren Jacoba (Batavia 1662- Haarlem 14-11-1663)

[vi] In de genealogie van de familie Waesberghe die in te zien is via www.Delpher.nl en gebaseerd is op oude familiepapieren wordt deze dochter aan hen toegeschreven.

[vii] NA 1.04.02.1333 scan 0838. Hierbij zijn alleen de leeftijden van de kinderen omgedraaid.

[viii] NA 1.04.02.1474 scan 933.

[ix] In “In steen geschreven” van Marion Peters staat vermeld dat Pieter van Dielen samen met zijn vrouw, zijn zonen Willem, Isaac, Wouter en zijn dochters Aletta en Joanne op de Gekroonde Vrede als passagiers zijn overgekomen, maar dat kan niet kloppen. Wouter en Aletta zijn vrijwel zeker geen kinderen van Pieter van Dielen, en hun gezamenlijke kinderen en de kinderen van Susanne zouden dan in Nederland achtergebleven moeten zijn. De dagregisters van Kaap de Goede Hoop en Batavia vermelden dat er 6 passagiers op de Gekroonde Vrede meevoeren zijnde de koopman Franxc en zijn vrouw en 4 joffers. Mogelijk heeft de rest van het gezin de overtocht gemaakt met de Hazenburg van de kamer Hoorn. Die vertrok 2 weken naar de Gekroonde Vrede en had 11 passagiers bij zich waaronder 4 vrouwen, 2 vrijsters en 5 kinderen.

[x] Isaac van Dielen woonde in 1678 in Jaffanapatnam en had een zoontje van 3 jaar oud. NA 1.04.02.1333 scan 0835

[xi] NA 1.04.02.1434 scan 539

[xii] Hij was commandeur van 1678 tot 1684, maar was al eerder in diverse functies aanwezig geweest op de kust van Malabar

 

Literatuur

  • Havart D., Op- en ondergang van Coromandel alsmede de handel der Hollanders op Coromandel, 3 dln., Amsterdam 1693
  • Havert D., 100 uitgezogte grafschriften, Utrecht 1718
  • S'Jacob, H.K, De Nederlanders in Kerala  1663-1701, The Hague 1976
  • Laarman, Vincent, Gevangen in het Vagevuur: De (on)vrijheid van vrijgelaten tot slaafgemaakten in Colombo onder VOC-bestuur, 1690-1765, Nijmegen 2022 (with thanks)
  • Herald of arms, diverse delen
  • Wapenheraut, diverse delen
  • Nederlands Patriciaat deel 10
  • CBG, familiedossiers Van Dielen
  • Navorser, diverse delen
  • Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie deel 56
  • DTB-boeken Haarlem
  • DTB-boeken Rotterdam
  • DAS register

 

  • Laatste update op .