Fa Tjauw Koen Sang
De geschiedenis van een eigen begraafplaats voor de Chinese inwoners van Paramaribo gaat terug tot het einde van de negentiende eeuw. Vlak voor de eeuwwisseling vestigde de Vereniging Kong Ngie Tong een laatste rustplaats voor de Chinese gemeenschap. Ruim veertig jaar zou men daar begraven.
Restant oude EBGS-begraafplaats Maria’s Rust
Enkele jaren geleden maakte de historica Mildred Caprino Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname er op attent, dat er op een perceel aan de Beter Wonenstraat op Frimangron, een grafsteen te vinden is. Recent togen we er dan eindelijk naar toe, alwaar op een onbebouwde kavel inderdaad een grafsteen werd aangetroffen. De buren verklaarden tegenover ons dat er eigenlijk twee grafstenen naast elkaar waren, een kleine en een grote. Wij troffen echter maar een aan, ook nadat een inspectie van het terrein was uitgevoerd. De grafsteen bleek niet meer op zijn oorspronkelijke plek te zijn, daar het op een betonnen plaat was gelegd.
Plantage Clyde – Zendelingen begraafplaats Salemkerk
De historische graven aan de voorzijde van de Salemkerk te plantage Clyde in Coronie zijn voor het eerst, en wel in 2003, door Philip Dikland gedeeltelijk gedocumenteerd. Van de 18 graven waren 8 in kaart gebracht. Twee grote bakstenen tombes hebben geen grafsteen, waardoor onbekend is wie daar begraven zijn. In 2014 documenteerde Dikland samen met Max van de Poel nog eens zeven graven.
Plantage Bellevue - Grafmonumenten plantagehouders
Op donderdag 19 mei 2022 bracht een team van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), een werkbezoek aan het district Coronie om enkele historische graven op de plantage Bellevue te inspecteren en te documenteren. De aanleiding hiervoor is het bericht van mevr. M. Vroom, dat enkele oude graven op de plantage zouden zijn beschadigd ten gevolge van rehabilitatiewerkzaamheden aan de Oost-Westverbinding. Het team van SGES bestond uit Rachel Deekman, Jennifer Scheuerman en Stephen Fokké.
Korte geschiedenis van de Oranjetuin
Aanvankelijk werden de doden begraven in en bij Fort Zeelandia, dat gold met name voor de hoge officieren en ambtenaren. Met de komst van een burgerij kwam er ook behoefte aan een geschikte kerk en een begraafplaats.
De eerste Nederlandse begravingen in Paramaribo
Het sterftecijfer onder de Europeanen lag hoog in de tropen. De Brit Stedman was in dienst van de Republiek als kapitein van een korps vrijwilligers dat naar Suriname was gezonden om een opstand van weggelopen slaven neer te slaan. In 1773 was hij in Paramaribo en schreef het volgende:
Op deezen tijd woedden ‘er veele ziekten onder ons scheepsvolk; bijna elken dag wierden ‘er viif of zes matroozen van de koopvaardij-schepen begraaven. Het lot van deeze soort van mensen is in dit land over het algemeen zeer slegt; […] Zij stillen hunnen honger met enige bananen en pisangs, eeten oranjen en drinken water, hetgeen hen welhaast van alle kwaad verlost, door hen naar de eeuwigheid te zenden. Duizenden worden op deeze wijze in het graf gestort, die, volgens den gewoonen loop hunnes levens, nog veele jaaren zouden hebben kunnen tellen. [1]